© Rootsville.eu

Lieven Tavernier (B)
Singer-songwriter
De Loge Gent
(29-12-2019)
reporter: Steven Kauffmann & photo credits: Anja Cleemput


info club: De Loge
info artist: Lieven Tavernier

© Rootsville 2019


Op de valreep gingen wij nog naar een concert om een jaar met zorgvuldig uitgekozen schaarse hoogtepunten stijlvol af te ronden en dit was er een van. Lieven Tavernier hield zijn jaarlijkse afspraak in de altijd uitmuntende Loge alwaar wij ons tijdig nestelden in de comfortabele zeteltjes om mee  te snoepen van wat deze fijnbesnaarde bard voor ons in petto had.

Hij ging van start met John Prine, jawel “Souvenirs”. Meteen greep hij je bij het nekvel en begreep je waarom hij zijn 2 begeleiders had uitgekozen. Even zorgzaam en subliem ging het vervolgens verder met een “40 jaar oud nummer, voor de eerste en de laatste keer” over “Alice Revitized” , helemaal solo en over hoe zij definitief uit zijn blikveld and forever verdween met de trein van vijven. Huiveringwekkend mooi en tot op het bot, fraai ingekleurd door mandoline en cello. Dan ging het verder naar “De Cuba” of mooie jeugdherinneringen aan zijn onvergetelijke nonkel en de Sint-Annatoren, met een heerlijke streepje steelgitaar opgeluisterd door de virtuoos die later nog aan bod zal komen in deze impressie.

“Martin McCoe” als eerbetoon aan nog zo een held in het leven van Lieven Tavernier. Of “Eerste Lief” een miniatuurtje van gezongen literatuur over zijn eerste lief. Dat door de aanwezigen gesavoureerd werd als een bijna religieuze ervaring en dat ging over de gezamenlijk geconsumeerde liefde in een ander tijdperk, de sixties, jawel. “Eens breken de dijken” met de felheid van een jonge Dylan (“je bent mijn vriend niet, je zal het nooit zijn”). Hij spuwde het bijna uit, zo passievol en van zo diep kwam het uit de onderbuik van Tavernier. “Eerste Sneeuw” , u welbekend in de versie van Jan de Wilde kreeg vanuit de keel pijp van de heer Tavernier zo mogelijk nog meer diepgang, heel traag gezongen en met een begeleiden die met bluesy en spooky toetsen essentiële klemtonen wist te leggen waardoor je wist waarom alleen deze Lieven het geschreven had. De bindteksten stonden bol van ironie en tederheid.

Tijd voor een sigaret en of pint en over naar de tweede gang van dit muzikale feestmaal.  Fluks vervolgde hij met een grappige soloblues over “Helmut Kohl”. En konden we smakelijk blijven lachen om de getoondichte ironie van “Gouden Schaar” over een uniek en legendarisch naaiwinkeltje annex kledingzaak. We dwaalden verder in “Regen en Mist” langs Lievens kaaien in Gent, daar zaten we toch te genieten met zijn allen dat we bijna van onze stoel vielen bij zoveel pracht. Na het immer mooie  “Laura Gemser” ging het dan weer over over ene “Lucy in Groningen”, ook weer heel cassant maar nooit kwetsend naar de persoon toe, een dame die ongetwijfeld echt bestaan heeft maar het zijn de verhalen die primeren bij deze singer-songwriter in de ware zin van het woord. Na dit nieuwe nummer wandelden we samen verder door het “Sprookjesbos”  en leek “Vele Wonderen” geënt op verre echo’s van “Beats of Love” van Nacht und Nebel, het klonk in ieder geval weer wondermooi en doet reikhalzend uitkijken naar die nieuwe plaat die nog moet uitkomen en ieders verwachtingen zeker en vast moeiteloos zal overtuigen.  

Zo ook met “De God van de Liefde” over een zeer gemiste overleden vrouw en het met een wederom heerlijk klinkende steelgitaar ingekleurde “Vossie” over de betreurde en nationaal zozeer gemiste Gentse volksheld en volksmens Luc de Vos.  Veel gemeender en eerlijker kon het bijna niet meer worden dacht je dan. Maar nee, dan had je “De klokken van Sint-Baafs” nog niet horen luiden in de songversie van Mister Tavernier die moeiteloos de lachers op zijn hand kreeg maar je om de haverklap een oorlel gaf om weer muisstil van te worden. Dit weer midscheeps mits een nog lijziger dan Jan de Wilde dit pleegt te doen, gezongen “Fanfare van honger en dorst”, trager en met nog meer eigen accenten zodat je voelde wie nu eigenlijk de auteur was van dit meesterwerkje .

Mooier kon het jaar niet eindigen. Een vakman en meester-chroniqueur van het leven zelf aan het werk in intieme kring met de onvolprezen Gijs Hollebosch (o.a. Kris de Bruyne) en een meesterlijke Klaas Delvaux die geregeld terecht een schouderklopje kreeg van de Meester, Lieven Tavernier himself.